NJ 2021/283
Beroep op vrijstelling cfm. art. 5 sub b Leerplichtwet 1969.
HR 29-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:843, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/03983
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS289616:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Onderwijsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:843, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Beroep op vrijstelling cfm. art. 5 sub b Leerplichtwet 1969.
Tegen de achtergrond van het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is ’s hofs oordeel dat de verdachten hun bezwaren tegen het onderwijs op binnen een redelijke afstand gelegen scholen onvoldoende hebben onderbouwd om daarover te kunnen oordelen, niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
Het cassatiemiddel komt op tegen ’s hofs oordeel dat de verdachte m.b.t. feit 1 geen rechtsgeldig beroep op art. 5, aanhef en onder b, van de Leerplichtwet 1969 (Lpw) toekomt.
Uit de gang van zaken ter terechtzitting in hoger beroep blijkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.