NJB 2012/1824
HR, 10-08-2012, nr. 11/01121
HR 10-08-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5357
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 augustus 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser en A.H.T. Heisterkamp;
- Zaaknummer
11/01121
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BW5357
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Huurrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW5357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW5357, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑08‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2010
- Wetingang
BW art. 7:201 lid 1; Rv art. 150
Essentie
Huurovereenkomst. Uitleg. Bewijslastverdeling. Bij het aangaan van een huurovereenkomst inzake de bovenetages van een Amsterdams pand komen partijen overeen dat de verhuurder de buitenkant van het pand zal herstellen en dat de huurders daarna de binnenkant zullen opknappen en onderverhuren. HR: Nu de verplichting van een verhuurder inhoudt dat hij de zaak in gebruik aan de huurder verstrekt, en de huurder zich daartegenover verbindt de tegenprestatie te voldoen, wordt die tegenprestatie, behoudens andersluidende afspraken, opeisbaar wanneer de verhuurder de zaak in gebruik heeft verstrekt. Het hof heeft zonder miskenning van enige rechtsregel kunnen oordelen dat op de huurders de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.