V-N 2017/13.10
Geen afrekening over niet-afgeboekte HIR volgens A-G bij verplaatsing onderneming naar Duitsland
HR (A-G) 16-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1347, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
16 december 2016
- Zaaknummer
16/01934
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24351:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:513, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2016:1347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat een HIR geen ‘bestanddeel van het vermogen’ is. Het hof heeft dan ook geen onjuiste uitleg gegeven aan art. 3.60 Wet IB 2001.
Samenvatting
Belanghebbende dreef samen met zijn echtgenote in maatschapsverband een melkveehouderij in Nederland. Op 2 mei 2005 emigreren belanghebbende en zijn echtgenote naar Duitsland. Op 18 april 2005 zijn alle bedrijfsmiddelen van de onderneming in Nederland verkocht of overgebracht naar Duitsland, waar belanghebbende en zijn echtgenote de onderneming hebben voortgezet. De boekwinsten die X behaalt (met de verkoop van een melkquotum en de verkoop van de boerderij), brengt hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.