RCR 2023/63
Effectenlease. Heeft de tussenpersoon aan afnemer een gepersonaliseerde aanbeveling gedaan waarvoor een vergunning was vereist?
HR 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:880
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juni 2023
- Magistraten
Mr. M.V. Polak, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/04420
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS716550:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:880, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:239, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑02‑2023
- Wetingang
Art. 6:101, 6:162 BW
Essentie
Effectenleaseovereenkomst. Advies. Vergunningsplicht. Vergoedingsplicht.
Heeft de tussenpersoon aan afnemer een gepersonaliseerde aanbeveling gedaan waarvoor een vergunning was vereist?
Samenvatting
Een particuliere belegger (“afnemer”) en haar echtgenoot sluiten – via een tussenpersoon – met Dexia een effectenleaseovereenkomst. De tussenpersoon beschikt niet over de voor beleggingsadvieswerkzaamheden vereiste vergunning. Bij beëindiging van de overeenkomst resteert er een schuld voor afnemer. Zij eist een verklaring voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld vanwege schending van de bijzondere zorgplicht, en terugbetaling van haar inleg en restschuld. De kantonrechter wijst dit toe. Het hof handhaaft de verklaring voor recht maar vermindert Dexia’s vergoedingsplicht inzake de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.