RFR 2010, 2
Familieprocesrecht. Dient er niet-ontvankelijkverklaring te volgen indien de cassatiedagvaarding op naam van de overledene is uitgebracht in plaats van op naam van de erfgenamen?
HR 06-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3043
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/00208
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BJ3043
- JCDI
JCDI:ADS873724:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3043, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3043, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2009
- Wetingang
Rv art. 53
Essentie
Familieprocesrecht.
Dient er niet-ontvankelijkverklaring te volgen indien de cassatiedagvaarding op naam van de overledene is uitgebracht in plaats van op naam van de erfgenamen?
Samenvatting
Een procespartij is gedurende de procedure in hoger beroep komen te overlijden. Het hof heeft opgemerkt dat bij gebreke van inroeping van schorsing door de erfgenamen het geding op naam van de oorspronkelijke (overleden) partij wordt voortgezet conform art. 225 lid 2 Rv. Vervolgens wordt door het hof eindarrest gewezen. Tegen dit arrest wordt cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding wordt gericht aan de overleden partij en betekend aan het kantoor van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.