Einde inhoudsopgave
Speelautomatenregeling 2000
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2000
- Bronpublicatie:
25-05-2000, Stcrt. 2000, 105 (uitgifte: 31-05-2000, regelingnummer: WJZ00032635)
- Inwerkingtreding
01-06-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-2000, Stb. 2000, 224 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Deze regeling treedt tegelijk in werking met het Speelautomatenbesluit 2000 (23-05-2000, Stb. 223).
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De in artikel 30j, eerste lid, van de wet bedoelde aan een vergunning verbonden voorschriften en beperkingen kunnen voor iedere afzonderlijke vergunning verschillend zijn, mits de omstandigheden van het geval hiertoe aanleiding geven.
2.
Voorschriften en beperkingen als bedoeld in het eerste lid kunnen een tijdelijk karakter hebben.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op wijziging, aanvulling of intrekking van aan een vergunning verbonden voorschriften of beperkingen.
4.
Aan een vergunning worden in ieder geval voorschriften verbonden inzake:
- a.
de jaarlijkse melding door de vergunninghouder aan de toezichthouder van de opstelplaatsen, de automaten die daar zijn opgesteld, de toelatingsnummers en de automaten in voorraad;
- b.
de verplichting van de vergunninghouder om medewerking te verlenen aan controles door de toezichthouder;
- c.
procedurele waarborgen inzake tellers.