NJB 2016/204
Bewijsaanbod in hoger beroep. HR: Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door van de procespartij te verlangen dat zij zou toelichten wat de door haar genoemde getuigen X en Y, die nog niet als getuigen waren gehoord, over de door de procespartij te bewijzen aangeboden feiten zouden verklaren
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:49
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/05153
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:49, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2212, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
- Wetingang
(Rv art. 166 lid 1, art. 353 lid 1)
Essentie
Bewijsaanbod in hoger beroep. HR: Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door van de procespartij te verlangen dat zij zou toelichten wat de door haar genoemde getuigen X en Y, die nog niet als getuigen waren gehoord, over de door de procespartij te bewijzen aangeboden feiten zouden verklaren
Partij(en)
A, adv. mr. J.H.M. van Swaaij, vs. B c.s., adv. mr. H.J.W. Alt.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De percelen die A en B c.s. in eigendom hebben en bewonen, grenzen aan elkaar. De erfgrens is omschreven in een akte.
In dit geding hebben B c.s. gevorderd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.