RCR 2014/31
Boetebeding. Zijn partijen een afwijking overeengekomen van de hoofdregel dat hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is in de plaats treedt van de schadevergoeding op grond van de wet?
HR 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:259
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/00049
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- JCDI
JCDI:ADS917323:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:259, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1232, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑11‑2013
- Wetingang
Art. 6:92 lid 1 en 2, 6:94 lid 2 BW
Essentie
Boetebeding.
Zijn partijen een afwijking overeengekomen van de hoofdregel dat hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is in de plaats treedt van de schadevergoeding op grond van de wet?
Samenvatting
Verkoper ‘Vast Goed’ heeft een woon-/winkelpand verkocht aan Koper. Koper heeft het pand niet afgenomen, waardoor hij tekort is geschoten en Vast Goed schade heeft geleden. In de koopovereenkomst is een boetebeding opgenomen waarbij koper 10% van het transactiebedrag aan Vast Goed verschuldigd is als hij in de nakoming van zijn verplichtingen tekort schiet. Het geschil spitst zich toe op de vraag of Vast Goed tevens aanspraak kan maken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.