NJB 2023/831
Toepassing getuigenarrest post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): in casu (waarin het gaat om diefstal met braak) heeft het hof miskent dat zich hier het geval voordoet waarin het belang bij het oproepen en horen van de getuigen moet worden voorondersteld, terwijl de door het hof bij de afwijzing van het verzoek in aanmerking genomen grond en ook wat is aangevoerd ter onderbouwing van het verzoek, niet met zich brengen dat dit belang in deze zaak ontbreekt. Voor zover het hof heeft geoordeeld dat het verzoek, gelet op de onderbouwing daarvan, moet worden opgevat als een ‘verzoek om nader onderzoek’ dat aan het verzoek het karakter van een getuigenverzoek ontneemt, is dat oordeel niet begrijpelijk. A-G: anders.
HR 14-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:406
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C. Caminada
- Zaaknummer
21/04109
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2022
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Toepassing getuigenarrest post-Keskin (HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576): in casu (waarin het gaat om diefstal met braak) heeft het hof miskent dat zich hier het geval voordoet waarin het belang bij het oproepen en horen van de getuigen moet worden voorondersteld, terwijl de door het hof bij de afwijzing van het verzoek in aanmerking genomen grond en ook wat is aangevoerd ter onderbouwing van het verzoek, niet met zich brengen dat dit belang in deze zaak ontbreekt. Voor zover het hof heeft geoordeeld dat het verzoek, gelet op de onderbouwing daarvan, moet worden opgevat als een ‘verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.