Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.34 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 3.33, voor zover het gaat om het opslaan van:
- a.
meer dan 1 kg zwart kruit of rookzwak kruit van ADR-klasse 1.1;
- b.
meer dan 50 kg rookzwak kruit van ADR-klasse 1.3 of 1.4;
- c.
meer dan 50 kg NEM noodsignalen van ADR-klasse 1.3 of 1.4;
- d.
meer dan 250.000 munitiepatronen of hagelpatronen voor vuurwapens van ADR-klasse 1.4;
- e.
meer dan 250.000 patronen voor schiethamers van ADR-klasse 1.4; of
- f.
andere ontplofbare stoffen van ADR-klasse 1.