NJ 2009, 362
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter; art. 80 RO; motiveringsgebreken.
HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9156
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2009
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/11073
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BH9156
- JCDI
JCDI:ADS96302:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH9156, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH9156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2007
- Wetingang
RO art. 80
Essentie
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter; art. 80 RO; motiveringsgebreken.
De klacht dat de kantonrechter de in art. 230 lid 1 onder e Rv neergelegde verplichting heeft geschonden om in zijn vonnis de feitelijke gronden van zijn beslissing te vermelden, valt onder art. 80 lid 1 onder a RO. De klachten dat het gewraakte oordeel van de kantonrechter onbegrijpelijk is in het licht van art. 7:260 lid 2 BW en art. 51 Uitvoeringswet huurprijzen, kunnen niet worden beoordeeld zonder daarin de juistheid van de rechtsopvattingen van de kantonrechter ter zake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.