Hof Arnhem-Leeuwarden, 13-06-2017, nr. 21-005646-16
ECLI:NL:GHARL:2017:4925, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
13-06-2017
- Zaaknummer
21-005646-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:4925, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 13‑06‑2017; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2016:5524, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 13‑06‑2017
Inhoudsindicatie
Gevangenisstraf voor het plegen van ontucht met een minderjarige en het vervaardigen/bezitten van kinderpornografie. Het gerechtshof heeft twee mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk voor het plegen van ontucht met een minderjarige jongen en het vervaardigen/in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Hiermee is de straf gelijk aan de straf die werd opgelegd door de rechtbank in eerste aanleg.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005646-16
Uitspraak d.d.: 13 juni 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 14 oktober 2016 met parketnummer 05-740671-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1975] ,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. O.J. Ingwersen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1:hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2013 tot en met 6 juni 2015 te [plaats] , en/of te [plaats] en/of te [plaats] , in ieder geval in Nederland en/of te Spanje,
tezamen en in vereniging met een ander, en/of alleen, met [slachtoffer 1] , geboren op [2000] ,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- -
het pijpen van die [slachtoffer 1] en/of het zich door die [slachtoffer 1] laten pijpen en/of;
- -
het brengen van een vinger in de anus van die [slachtoffer 1] en/of;
- -
het aftrekken van die [slachtoffer 1] en/of het zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of;
- -
het likken aan de anus van die [slachtoffer 1] en/of;
- -
het tongzoenen met die [slachtoffer 1] ,
terwijl die [slachtoffer 1] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt.
2:hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 9 november 2015, te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (één of meermalen) (telkens),
6, althans een aantal, afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto's en/of filmfragmenten), danwel één of meerdere gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/ multimediafiles (PC, merk Paradigit en/of Netbook, merk Acer)),
van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt,
in zijn bezit heeft gehad en/of
één of meerdere van die afbeelding(en)/multimediafile(s) heeft vervaardigd en/of verworven, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestaat/ bestaan uit de (deels) ontklede minderjarigen, te weten
A. 4 foto's (" [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ") van de geheel of gedeeltelijk naakt poserende [slachtoffer 2] , geboortedatum [2001] en/of
een filmfragment ( [bestandsnaam] ") waarop 2 jongens van 14 à 17 jaar oud naakt poseren, waarbij door het gekozen camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van deze afbeeldingen (telkens) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen van die jongens in beeld gebracht worden;
B. een filmfragment (" [bestandsnaam] ") waarbij een volwassen man door een naakte jongen van 8 à 12 jaar oud gepijpt wordt; waarbij de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep – zakelijk weergegeven - bepleit dat het misbruik niet reeds in juni 2013 is aangevangen, maar dat dit pas na medio april 2014 voor het eerst kan zijn geschied. Pas op 9 april 2014 is de sauna waarin het eerste misbruik heeft plaatsgevonden naar de bovenverdieping van de woning van verdachte verplaatst. Er is dus sprake van een kortere periode.
Het hof is van oordeel dat dit verweer wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof overweegt daarenboven dat uit de door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde foto van de sauna, welke voorzien is van een datum, niet kan worden afgeleid dat de sauna pas in april 2014 naar boven is verplaatst, ook niet in combinatie met de verklaringen van verdachte en zijn medeverdachte. Deze foto is onvoldoende om aan te nemen dat het misbruik pas vanaf april 2014 zijn aanvang kan hebben genomen, mede gelet op de genoemde overige bewijsmiddelen.
Het hof komt voorts, anders dan de rechtbank, tot een bewezenverklaring van het brengen van de vinger in de anus het slachtoffer en het likken aan de anus van het slachtoffer. Naar het oordeel van het hof zijn de situaties waarin het seksuele misbruik heeft plaatsgevonden door het slachtoffer zo authentiek en specifiek beschreven dat ook deze handelingen passen binnen de context. Daarnaast heeft verdachte bevestigd dat hij in de camper in [plaats] samen met medeverdachte het minderjarige slachtoffer heeft misbruikt, waarbij de seksuele handelingen die hij beschrijft grotendeels overeenkomen met de verklaringen van het slachtoffer. Ook de situatie die het slachtoffer beschrijft omtrent het likken aan de anus wordt, behoudens deze specifieke handeling, nagenoeg sluitend ondersteund door de verklaring van verdachte.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1: hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 01 juni 2013 tot en met 6 juni 2015 te [plaats] , en/of te [plaats] en/of te [plaats] , in ieder geval in Nederland en/of te Spanje,
tezamen en in vereniging met een ander, en/of alleen, met [slachtoffer 1] , geboren op [2000] ,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- -
het pijpen van die [slachtoffer 1] en/of het zich door die [slachtoffer 1] laten pijpen en/of;
- -
het brengen van een vinger in de anus van die [slachtoffer 1] en/of;
- -
het aftrekken van die [slachtoffer 1] en/of het zich door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of;
- -
het likken aan de anus van die [slachtoffer 1] en/of;
- -
het tongzoenen met die [slachtoffer 1] ,
terwijl die [slachtoffer 1] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt.
2: hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 9 november 2015, te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (één of meermalen) (telkens),
6, althans een aantal, afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto's en/of filmfragmenten), danwel één of meerdere gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/ multimediafiles (PC, merk Paradigit en/of Netbook, merk Acer)),
van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt,
in zijn bezit heeft gehad en/of
één of meerdere van die afbeelding(en)/multimediafile(s) heeft vervaardigd en/of verworven, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestaat/ bestaan uit de (deels) ontklede minderjarigen, te weten
A. 4 foto's (" [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ; [bestandsnaam] ") van de geheel of gedeeltelijk naakt poserende [slachtoffer 2] , geboortedatum [2001] en/of
een filmfragment ( [bestandsnaam] ") waarop 2 jongens van 14 à 17 jaar oud naakt poseren, waarbij door het gekozen camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van deze afbeeldingen (telkens) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen van die jongens in beeld gebracht worden;
B. een filmfragment (" [bestandsnaam] ") waarbij een volwassen man door een naakte jongen van 8 à 12 jaar oud gepijpt wordt; waarbij de afbeeldingen (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
en
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De raadsman van verdachte heeft in het kader van de bepaling van de strafhoogte aangevoerd dat sprake is van een buitenproportionele inzet van opsporingsmiddelen. Gedurende een lange periode is op verschillende plaatsen afluisterapparatuur geplaatst. Bovendien is er een observatieteam ingezet dat niet enkel cliënten, maar ook hun pleegzoon [slachtoffer 2] en andere naasten volgde.
Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat de ingezette opsporingsmiddelen niet buitenproportioneel zijn. Aanvankelijk is er voor gekozen de telefoons van verdachte en zijn medeverdachte te tappen. Toen bleek – uit het door verdachten gebezigde versluierde taalgebruik – dat verdachte en zijn medeverdachte vermoedden dat zij telefonisch werden afgeluisterd, is gekozen voor meer ingrijpende opsporingsmiddelen. Reeds vanwege de positie van de medeverdachte als politieman en het feit dat verdachte en medeverdachte de zorg droegen voor een jonge pleegzoon, was deze inzet - waartoe telkens de voorgeschreven procedures zijn doorlopen – gerechtvaardigd.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een tweetal ernstige feiten.
Gedurende een periode van twee jaar heeft hij alleen en tezamen met zijn partner op een verregaande grensoverschrijdende manier inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van een kwetsbare minderjarige jongen. Een jonge puber die zich in het beginstadium van zijn seksuele ontwikkeling bevond heeft zijn eerste seksuele ervaringen moeten ondergaan met twee mannen van middelbare leeftijd. Hiermee is zijn seksuele ontwikkeling ernstig beschadigd. Uit de door [slachtoffer 1] ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring blijkt hoe groot de impact van de handelingen van verdachte op zijn leven en het leven van zijn naasten was en nog steeds is en hoezeer hij hieronder lijdt. Hoewel het thans relatief goed lijkt te gaan met [slachtoffer 1] , kunnen jeugdige slachtoffers van ontucht, naar de ervaring leert, hiervan op latere leeftijd ernstig nadelige gevolgen ondervinden. Verdachte heeft enkel zijn eigen lustgevoelens vooropgesteld en kennelijk geen moment gedacht aan de gevolgen voor [slachtoffer 1] . Het hof rekent het verdachte derhalve zwaar aan dat hij dit zijn slachtoffer heeft aangedaan.
Het hof rekent het de verdachte daarnaast zwaar aan dat hij de verantwoordelijkheid ook voor een deel bij het slachtoffer en daarmee deels buiten zichzelf legt. Verdachte ontkent hiermee het feit dat hij overwicht had op [slachtoffer 1] door de tussen hen bestaande vertrouwensband en het zeer grote leeftijdsverschil. Hij heeft misbruik gemaakt van de situatie en van de kwetsbaarheid van een minderjarig kind, dat door zijn jonge leeftijd niet in staat was weerstand te bieden aan het handelen van verdachte en zijn partner.
Ten tweede heeft verdachte zich nog schuldig gemaakt aan het in zijn bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen waarop de 13-jarige pleegzoon van verdachte is afgebeeld. Hiermee heeft verdachte niet alleen inbreuk gemaakt op diens lichamelijke integriteit, maar ook zijn rol als vertrouwenspersoon en pleegouder miskend. Het baart het hof zorgen dat deze pleegzoon thans nog steeds vaak bij verdachte en zijn medeverdachte op bezoek komt en blijft overnachten. Het hof overweegt hierbij in het bijzonder dat verdachte heeft aangegeven dat hij ter zake van feit 1 impulsief en enkel uit lust heeft gehandeld en daarbij de belangen van de minderjarige jongen die bij hem verbleef volstrekt uit het oog is verloren.
Gelet op de ernst van de feiten acht het hof enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Een strafoplegging zoals verzocht door de verdediging doet naar het oordeel van het hof absoluut geen recht aan de ernst van de feiten. Het hof weegt mee dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Ook houdt het hof, in het bijzonder bij de oplegging van de bijzondere voorwaarden, rekening met de omtrent verdachte opgestelde rapportages.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.899,72. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 8.399,72. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd en zijn oorspronkelijk vordering gehandhaafd. Het hof acht, gelet op de in het voorgaande genoemde gevolgen voor [slachtoffer 1] , alsmede gezien de onderbouwing, de gevorderde schadevergoeding volledig toewijsbaar.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
- -
verplicht is zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit arrest dient te melden bij Reclassering Nederland, waarna hij zich gedurende de proeftijd dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht.
- -
gedurende de eerste zes maanden van de proeftijd verboden is zich te bevinden binnen een straal van één kilometer van het adres [adres] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
- zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal (blijven)stellen van forensisch polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante (forensische) zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn persoonlijkheidsproblematiek, waarbij hij zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 10.899,72 (tienduizend achthonderdnegenennegentig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 899,72 (achthonderdnegenennegentig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 10.899,72 (tienduizend achthonderdnegenennegentig euro en tweeënzeventig cent) bestaande uit € 899,72 (achthonderdnegenennegentig euro en tweeënzeventig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 89 (negenentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Aldus gewezen door
mr. A.H. Garos, voorzitter,
mr. R. Krijger en mr. E. Venekatte, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H. Diepeveen, griffier,
en op 13 juni 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.