Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 4 Rechtshandelingen van het Bureau
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Het Bureau kan:
- a)
- b)
aanbevelingen doen aan de lidstaten betreffende de toepassing van artikel 34;
- c)
adviezen aan de Commissie richten op grond van artikel 10, lid 2, en artikel 42, alsmede aan de betrokken instanties in de lidstaten op grond van de artikelen 10, 25 en 26;
- d)
aanbevelingen doen aan nationale veiligheidsinstanties op grond van artikel 33, lid 4;
- e)
beslissingen nemen op grond van de artikelen 14, 20, 21 en 22;
- f)
adviezen uitbrengen over aanvaardbare wijzen van naleving op grond van artikel 19;
- g)
technische documenten uitbrengen op grond van artikel 19;
- h)
auditrapporten uitbrengen op grond van de artikelen 33 en 34;
- i)