NJB 2024/707:Arrest civiele kamer in prejudiciële procedure over het verschoningsrecht van advocaten en andere tot geheimhouding verplichte functioneel verschoningsgerechtigden als bedoeld in art. 218 Sv in het geval dat het OM gegevens vordert van een aanbieder van een communicatiedienst. Meer specifiek betreft het de vordering van gegevens van een aanbieder van een communicatiedienst op grond van art. 126ng lid 2 of art. 126ug lid 2 Sv. De prejudiciële vragen stellen aan de orde welke regels in dat geval gelden als het strafrechtelijk onderzoek is gericht tegen een ander dan de functioneel verschoningsgerechtigde, terwijl op voorhand niet duidelijk is of en, zo ja, in hoeverre de gevorderde gegevens onder een functioneel verschoningsrecht vallen. Omdat een op deze situatie toegesneden wettelijke regeling ontbreekt, formuleert de Hoge Raad enkele vuistregels voor de te volgen procedure(s).