Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 104a E-Lite
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Redactionele toelichting
In de Staatscourant is de artikelaanduiding niet gepubliceerd.
- Bronpublicatie:
13-10-2017, Stcrt. 2017, 59829 (uitgifte: 17-10-2017, regelingnummer: WJZ/17137096)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2017, Stcrt. 2017, 59829 (uitgifte: 17-10-2017, regelingnummer: WJZ/17137096)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De kapitein van een vissersvaartuig met een lengte over alles van minder dan 10 meter of diens vertegenwoordiger doet per visreis binnen 24 uur na aanlanding van de vangst door middel van het door de minister ter beschikking gestelde formulier met behulp van DigiD of eHerkenning elektronisch opgave bij RVO van de volgende gegevens:
- a.
de naam, het adres en de woonplaats van de kapitein;
- b.
het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;
- c.
de haven van vertrek, terugkeer en aanlanding;
- d.
de datum en het tijdstip van vertrek uit, aankomst in de haven en van de aanlanding;
- e.
per gebruikt vistuig:
- i.
het type vistuig en in voorkomend geval de maaswijdte en afmeting van het vistuig en het aantal vistuigen dat is gebruikt;
- ii.
de FAO-drielettercode van elke gevangen vissoort en het betrokken FAO-gebied, de exclusieve economische zone en het statische ICES-vak waar de vangsten zijn gedaan;
- iii.
de hoeveelheden teruggezette vis van iedere gevangen vissoort van meer dan 50 kilogram in kilogrammen levend gewicht, waarbij in voorkomend geval de hoeveelheid ondermaatse vis afzonderlijk wordt vermeld;
- iv.
de hoeveelheden aangelande vis van iedere gevangen vissoort in kilogrammen dood gewicht, waarbij in voorkomend geval de hoeveelheid ondermaatse vis afzonderlijk wordt vermeld;
- v.
de versheidscategorie, staat en de aanbiedingsvorm van een vissoort, bedoeld in artikel 2, punt 13, van de uitvoeringsverordening controleverordening.
2.
In afwijking van het eerste lid worden indien op één dag meerdere visreizen worden gemaakt deze visreizen als één visreis beschouwd, waarbij het tijdstip van het eerste vertrek uit de haven en het tijdstip van de laatste aankomst in de haven worden vermeld.
3.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op vissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 tot 12 meter.