Einde inhoudsopgave
Wet lokaal spoor
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2019
- Bronpublicatie:
30-01-2019, Stb. 2019, 61 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken: 34914)
- Inwerkingtreding
16-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2019, Stb. 2019, 204 (uitgifte: 11-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Het veiligheidsbeheersysteem van de vervoerder:
- a.
voldoet aan artikel 9, derde en vierde lid, van de spoorwegveiligheidsrichtlijn, met uitzondering van het derde lid, onderdeel c;
- b.
bevat procedures om te voldoen aan het bepaalde in het tweede lid en aan de ministeriële regeling, bedoeld in het derde lid;
- c.
bevat, voor zover op grond van artikel 32, vijfde lid, beperkingen of voorschriften zijn verbonden aan een vergunning voor indienststelling, procedures om te voldoen aan die beperkingen of voorschriften;
- d.
bevat procedures om te voldoen aan artikel 35, eerste lid.
2.
Het veiligheidsbeheersysteem is op zodanige wijze geoperationaliseerd en wordt op zodanige wijze toegepast dat de vervoerder:
- a.
bij de normale bedrijfsvoering en bij voorzienbare afwijkingen daarvan geen schade veroorzaakt, niemand onnodig hindert of in gevaar brengt en zorgt dat het spoorverkeer zo veel mogelijk zonder verstoringen kan worden afgewikkeld;
- b.
rekening houdt met de specifieke vereisten wanneer de normale bedrijfsvoering raakt aan die van andere gebruikers van de lokale spoorweg;
- c.
de aan de bedrijfsvoering verbonden risico's onderkent en passende maatregelen neemt om deze afdoende te beheersen en daarbij rekening houdt met de stand der techniek en de binnen de bedrijfstak aanwezige kennis en richtsnoeren voor een veilige bedrijfsvoering;
- d.
corrigerende maatregelen neemt bij afwijkingen en incidenten;
- e.
het veiligheidsniveau van de bedrijfsvoering voortdurend verbetert met het oog op zich wijzigende omstandigheden en op grond van opgedane ervaringen;
- f.
ervoor zorg draagt dat werknemers met een veiligheidsfunctie met het oog op het behouden van hun geschiktheid, kennis en bekwaamheid, voor de desbetreffende functie de noodzakelijke oefening hebben en de noodzakelijke nadere of aanvullende scholing, opleiding en studie volgen; en
- g.
zijn veiligheidsbeheersysteem heeft afgestemd op het veiligheidsbeheersysteem van de beheerder. Indien de vervoerder tevens beheerder is, kan worden volstaan met een integraal veiligheidsbeheersysteem voor zowel het vervoer als het beheer.
3.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over het veiligheidsbeheersysteem.