NJ 2016/456
Vormverzuim ex art. 359a Sv; onbegrijpelijk gemotiveerd oordeel tot niet-ontvankelijk-verklaring OM.
HR 11-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2305
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/04937
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154125:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2305, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:980, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Jeugdzaak. Art. 359a Sv, niet-ontvankelijkverklaring OM na vormverzuim. OM-cassatie. HR: Na een straatroof wordt door de politie ter aanhouding meermalen, naar eerst later in het proces naar voren komt gericht, op de minderjarige verdachte geschoten. Het daaraan ten grondslag liggende integriteitsonderzoek wordt anderhalf jaar later, op aandringen van de verdediging, aan het strafdossier toegevoegd. ‘s Hofs oordeel dat in casu het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging is niet begrijpelijk. Het hof heeft niet duidelijk gemaakt waarom het door het hof onrechtmatig bevonden vuurwapengebruik bij de aanhouding van de minderjarige verdachte en het — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.