NJB 2014/2272:Nadat een vrachtwagenchauffeur een vracht naar Spanje heeft vervoerd, loopt hij bij het lossen letsel op. Het hof acht de werkgever niet aansprakelijk, op de grond dat deze de werknemer had geïnstrueerd niet te lossen en niet te helpen bij het lossen. HR: 1. Zorgplicht werkgever. De zorgplicht van de werkgever bracht tevens mee dat hij veiligheidsschoenen diende te verstrekken. Niet kon niet worden verlangd dat de werkgever ook nog zou controleren of de werknemer deze schoenen in zijn vrachtauto meenam indien hij niet beschikte over aanwijzingen dat de werknemer dit placht na te laten. Evenmin kon worden verlangd dat de werkgever ervoor zou zorgen dat toezicht op de naleving van de veiligheidsinstructies werd gehouden door een klant. Het hof is ten onrechte niet ingegaan op de stellingen van de werknemer dat geen risico-inventarisatie en -evaluatie is uitgevoerd, dat het ongeval niet aan de arbeidsinspectie is gemeld en dat geen duidelijke veiligheidsinstructies zijn gegeven. Het hof heeft miskend dat het verwijt dat de werkgever heeft nagelaten een ongevallenverzekering af te sluiten, dient te worden aangemerkt als een zelfstandig verwijt. 2. Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. De feitelijke grondslag van de vordering ter zake van het verwijt dat de werkgever in strijd met de cao heeft nagelaten een ongevallenverzekering af te sluiten, had het hof aanleiding moeten geven deze vordering, onder aanvulling van rechtsgronden, mede te beoordelen op basis van art. 6:74 BW (toerekenbare tekortkoming). De omstandigheid dat het hof de aanvulling door de werknemer van de grondslag van de vordering met art. 6:74 BW buiten beschouwing heeft gelaten, laat onverlet dat het hof ambtshalve had moeten onderzoeken of art. 6:74 BW op het vaststaande feitencomplex van toepassing is