RvdW 2017/252
Aansprakelijkheid wegens tekortkoming; schade; causaal verband; maatstaf (art. 6:98 BW); voorzienbaarheid schade; omstandigheid dat niet uit eigen belang is gehandeld. Wettelijke rente. Matigingsbevoegdheid; terughoudende toepassing; motiveringseisen.
HR 10-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:214
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04734
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:214, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2015
- Wetingang
Art. 6:98, 6:109, 6:119 BW
Essentie
Aansprakelijkheid wegens tekortkoming; schade; causaal verband; maatstaf (art. 6:98 BW); voorzienbaarheid schade; omstandigheid dat niet uit eigen belang is gehandeld. Wettelijke rente. Matigingsbevoegdheid; terughoudende toepassing; motiveringseisen.
De vraag of de schade in zodanig verband staat met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust dat zij de aangesprokene als gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend (art. 6:98 BW), moet worden beantwoord aan de hand van objectieve factoren als de aard van de aansprakelijkheid en van de schade. In dat kader zal ook een rol kunnen spelen wat naar objectief inzicht voorzienbaar of waarschijnlijk was. De omstandigheid dat een contractspartij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.