Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Protocol inzake scheepvaart
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit protocol treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
behorende bij de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba)
De Nederlandse Antillen en Aruba (verder te noemen de landen), gevolg gevende aan artikel 37, eerste en tweede lid onder g, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, zijn onderling het navolgende overeengekomen:
Artikel 1
1
De landen komen overeen dat er een nauwe samenwerking zal zijn op het gebied van de scheepvaart, zowel ter uitvoering van de ter zake geldende Koninkrijkswetgeving als ter behartiging van de eigen scheepvaartaangelegenheden.
2
De uitvoering van de in het eerste lid bedoelde samenwerking zal geschieden door de Scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen en de Scheepvaartinspectie op Aruba.
Artikel 2
1
De landen komen overeen dat het Hoofd van de Scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen voor een nader te bepalen periode zal fungeren als Hoofd van de Scheepvaartinspectie op Aruba, met behoud van zijn Nederlands-Antilliaanse rechtspositie.
2
Voor de in het eerste lid bedoelde periode kan zo nodig ook het overige personeel van de Scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen ter beschikking worden gesteld van, dan wel werkzaamheden verrichten voor de Scheepvaartinspectie op Aruba.
3
Het land Aruba zal aan het land de Nederlandse Antillen de noodzakelijke kosten verbonden aan de in de voorgaande leden bedoelde werkzaamheden op nader overeen te komen voorwaarden vergoeden.
Artikel 3
1
De landen komen overeen dat de Nederlands-Antilliaanse Commissie van Onderzoek, als bedoeld in artikel 26 bis van de Schepenwet, ook ten aanzien van schepen varende met een zeebrief van Aruba en schepen als bedoeld in artikel 70, eerste lid, van de Schepenwet belast zal blijven met de haar toegekende taken, totdat het land Aruba daarin zelf voorziet.
2
Het land Aruba zal aan het land de Nederlandse Antillen de noodzakelijke kosten verbonden aan de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden op nader overeen te komen voorwaarden vergoeden.
Artikel 4
1
De landen komen overeen dat zij elkaar tijdig in kennis zullen stellen van het voornemen tot uitvoering, wijziging, uitbreiding of vervallenverklaring van enige wettelijke regeling de scheepvaart betreffende.
2
De landen komen overeen dat zij elkaar tijdig in kennis zullen stellen van het voornemen om internationale overeenkomsten op het gebied van de scheepvaart aan te gaan of dergelijke overeenkomsten op te zeggen.
Artikel 5
De vormen, modaliteiten en voorwaarden voor samenwerking binnen het kader van dit Protocol worden overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten der landen.
Artikel 6
Dit protocol treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Aruba (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba).
Ten blijke waarvan de landen dit protocol hebben opgemaakt, hetwelk dezelfde rechtskracht en waarde heeft als ware de bepalingen ervan opgenomen in de tekst van de Samenwerkingsregeling op welke het betrekking heeft.