FED 2020/97
Toonplicht van art. 8 lid 8 Uitvoeringsregeling BPM valt binnen de doelstelling van de delegatiebepaling en is als zodanig proportioneel en in lijn met het Unierecht. Geen verzwaring van de bewijslast als niet aan toonplicht wordt voldaan.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:317, m.nt. A.C. Breuer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
18/02853
- Noot
A.C. Breuer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS206270:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:317, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Toonplicht van art. 8 lid 8 Uitvoeringsregeling BPM valt binnen de doelstelling van de delegatiebepaling en is als zodanig proportioneel en in lijn met het Unierecht. Geen verzwaring van de bewijslast als niet aan toonplicht wordt voldaan.
Samenvatting
De belanghebbende heeft een gebruikte auto uit een andere EU-lidstaat naar Nederland overgebracht en maakt ter zake van de aangifte BPM geldend dat sprake is van een waardevermindering door schade. Hij legt een taxatierapport over waarin rekening is gehouden met de schade. De inspecteur verzoekt de belanghebbende om de auto voor controle op één van de daartoe aangewezen locaties te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.