RAR 2010, 26
Vakantiedagen. Dient de rechter de Nederlandse wettelijke regeling ter zake van de opbouw van vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid te passeren op grond van richtlijnconforme interpretatie?
Hof Amsterdam 10-11-2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BK4648
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
10 november 2009
- Magistraten
Mrs. A.M.A. Verscheure, J.E. Molenaar, C.C.W. Lange
- Zaaknummer
200.026.448/01
- LJN
BK4648
- JCDI
JCDI:ADS874023:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsomstandigheden / Ziekteverzuim
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Personeelsaangelegenheden / Belonen en arbeidsvoorwaarden
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2009:BK4648, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑11‑2009
- Wetingang
BW art. 7:635, Richtlijn 2003/88/EG art. 7
Essentie
Vakantiedagen.
Dient de rechter de Nederlandse wettelijke regeling ter zake van de opbouw van vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid te passeren op grond van richtlijnconforme interpretatie?
Samenvatting
Werknemer is gedurende twee jaar arbeidsongeschikt geweest, waarna deze een uitkering heeft ontvangen op grond van de WIA. De arbeidsovereenkomst is inmiddels door de kantonrechter ontbonden. Werknemer en werkgever procederen thans over de financiële afwikkeling van het dienstverband. Werknemer heeft in hoger beroep zijn eis vermeerderd en uitbetaling gevorderd van de niet-genoten vakantiedagen die hij totaal heeft opgebouwd tijdens zijn twee jaar durende arbeidsongeschiktheid. Hij stelt ter onderbouwing van deze vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.