Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/81/EG coördinatie procedures plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 9 Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van opdrachten en van raamovereenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2009
- Bronpublicatie:
13-07-2009, PbEU 2009, L 216 (uitgifte: 20-08-2009, regelingnummer: 2009/81/EG)
- Inwerkingtreding
21-08-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2009, PbEU 2009, L 216 (uitgifte: 20-08-2009, regelingnummer: 2009/81/EG)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
De berekening van de geraamde waarde van een opdracht is gebaseerd op het totale te betalen bedrag, exclusief btw, zoals geraamd door de aanbestedende dienst. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het geraamde totaalbedrag, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen van het contract.
Wanneer de aanbestedende dienst voorziet in prijzengeld of betalingen aan gegadigden of inschrijvers, berekent hij deze door in de geraamde waarde van de opdracht.
2.
Deze raming moet gelden op het tijdstip van verzending van de aankondiging van de opdracht overeenkomstig artikel 32, lid 2, of, wanneer deze aankondiging niet vereist is, op het tijdstip waarop de procedure voor de gunning van de opdracht door de aanbestedende dienst wordt ingeleid.
3.
Voorgenomen werken en voorgenomen aankopen ter verkrijging van bepaalde hoeveelheden leveringen en/of diensten mogen niet worden opgedeeld in wezenlijk identieke afzonderlijke deelopdrachten of op andere wijze worden gesplitst om ze aan de toepassing van deze richtlijn te onttrekken.
4.
In het geval van opdrachten voor werken wordt bij de berekening van de geraamde waarde rekening gehouden met de waarde van de werken, alsmede met de geraamde totale waarde van de voor de uitvoering van het werk noodzakelijke goederen welke door de aanbestedende dienst ter beschikking van de aannemer zijn gesteld.
5
- a)
Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, wordt de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag genomen.
Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 8 bepaalde drempelbedrag, is deze richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel.
De aanbestedende diensten mogen echter van de toepassing van deze richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde totale waarde, exclusief btw, minder dan 80000 EUR bedraagt voor diensten en 1000000 EUR voor werken, mits het samengetelde bedrag van de percelen in kwestie niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.
- b)
Wanneer een voorgenomen verkrijging van homogene leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, wordt de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag genomen voor de toepassing van artikel 8, onder a) en b).
Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 8 bepaalde drempelbedrag, is deze richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel.
De aanbestedende diensten mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief btw, minder dan 80000 EUR bedraagt, mits het samengetelde bedrag van de percelen in kwestie niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.
6.
In het geval van opdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur, of huurkoop van producten, wordt de waarde van de opdracht op de volgende grondslag geraamd:
- a)
bij opdrachten met een vaste looptijd, de geraamde totale waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf maanden bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde;
- b)
bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.
7.
In het geval van opdrachten voor leveringen of diensten die met een zekere regelmaat worden verleend of die bestemd zijn om gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt voor de berekening van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag genomen:
- a)
de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke opeenvolgende opdrachten, indien mogelijk gecorrigeerd voor mogelijke wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de twaalf maanden volgende op de eerste opdracht, of
- b)
de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten over de twaalf maanden volgende op de eerste levering of over het boekjaar, indien dit zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt.
De wijze waarop de geraamde waarde van een opdracht wordt berekend mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan de toepassing van de richtlijn te onttrekken.
8.
In het geval van opdrachten voor diensten wordt de waarde van de opdracht in voorkomend geval op de volgende grondslag geraamd:
- a)
voor de onderstaande soorten diensten:
- i)
verzekeringsdiensten: de te betalen premie en andere vormen van beloning;
- ii)
opdrachten betreffende een ontwerp: te betalen honoraria, provisies en andere vormen van beloning;
- b)
voor de opdrachten voor diensten waarin geen totale prijs is vermeld:
- i)
bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is aan of korter is dan 48 maanden: de geraamde totale waarde voor de gehele looptijd;
- ii)
bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd langer is dan 48 maanden: het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.
9.
Bij de berekening van de waarde van een raamovereenkomst wordt uitgegaan van de geraamde maximale waarde, exclusief btw, van alle voor de totale duur van de raamovereenkomst voorgenomen opdrachten.