Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Artikel 7.2 Het verzoek om bekrachtiging (artikel 16.93 van de Omgevingswet)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
1.
Verzoeker overlegt bij het verzoek alle op het verzoek betrekking hebbende stukken, waaronder de in artikel 16.93 van de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving genoemde stukken. Daaronder worden in ieder geval begrepen:
- –
het onteigeningsdossier dat met toepassing van artikel 3:44, onder a, van de Awb ter inzage heeft gelegen;
- –
logboeken van het gevoerde minnelijke overleg;
- –
het besluit dat ten grondslag ligt aan de onteigening (het onteigeningsbelang);
- –
bewijsstukken van wie zijn aangeschreven, waaronder een lijst van belanghebbenden;
- –
bewijsstukken van publicaties;
- –
recente kadastrale uittreksels (eigendomsinformatie kadaster);
- –
de ingediende zienswijzen.
2.
Verzoeker vermeldt hierbij welke op de zaak betrekking hebbende stukken voor eenieder ter inzage hebben gelegen en welke niet, met de redenen waarom die stukken niet ter inzage zijn gelegd en indien van toepassing voor wie die stukken wel ter inzage hebben gelegen.
3.
Binnen een week na ontvangst van het verzoekschrift bevestigt de griffier de ontvangst aan de indiener.