AB 2018/100
Bestuurlijke boete. Kinderdagverblijf. Plan van aanpak veiligheid en plan van aanpak gezondheid.
ABRvS 04-10-2017, ECLI:NL:RVS:2017:2677, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J.E.M. Polak, J.J. van Eck, B.P.M. van Ravels
- Zaaknummer
201609327/1/A2
- Noot
H.E. Bröring
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928457:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:2677, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑10‑2017
- Wetingang
Art. 5:11, art. 10:9 lid 1, art. 10:12 Awb; art. 1.50 lid 2, art. 1.51 Wkkp
Essentie
De aangevoerde gronden met betrekking tot de bevoegdheid van de toezichthouder, lex certa, het bestaan van een overtreding en de evenredigheid van de opgelegde boete zijn ongegrond.
Samenvatting
De Afdeling stelt vast dat het college bij besluit van 31 mei 2011 de directeur van de GGD met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011 heeft aangewezen als toezichthouder op de kwaliteitseisen die in de Wkkp zijn opgenomen en daarbij eveneens aan de directeur toestemming voor ondermandaat heeft verleend als bedoeld in artikel 10:9, eerste lid, Awb om voor uitvoering van deze toezichtstaak gekwalificeerde toezichthouders aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.