RVR 2019/71
Warmtewet. Op welke wijze kan de verhuurder de kapitaals- en onderhoudslasten van de verwarmingsinstallatie aan de huurder in rekening kan brengen indien verhuurder tevens leverancier is in de zin van de Warmtewet?
Hof Arnhem-Leeuwarden 09-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5624
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. D.H. de Witte, H. de Hek, A.W. Jongbloed
- Zaaknummer
200.193.382/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS87057:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2020:2490, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 24‑03‑2020
ECLI:NL:GHARL:2019:5624, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 09‑07‑2019
- Wetingang
Art. 6:212, 7:233, 7:237 BW
Essentie
Warmtewet. Huur woonruimte. Doorberekening kosten verwarmingsinstallatie.
Is de WKO-installatie onderdeel van het gehuurde en is daarbij relevant dat daarop een opstalrecht is gevestigd ten behoeve van een derde? Op welke wijze kan de verhuurder de kapitaals- en onderhoudslasten van de verwarmingsinstallatie aan de huurder in rekening kan brengen indien verhuurder tevens leverancier is in de zin van de Warmtewet?
Samenvatting
Appellanten zijn huurders van aan Acantus in eigendom toebehorende appartementen. Alle eigenaren in het complex hebben een overeenkomst gesloten met BTES, die de warmte, koude en tapwater in het complex door middel van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.