Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 110 Kennisgeving vistuig
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
23-12-2011, Stcrt. 2011, 24003 (uitgifte: 27-12-2011, regelingnummer: 251766)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2011, Stcrt. 2011, 24003 (uitgifte: 27-12-2011, regelingnummer: 251766)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Het is verboden in strijd te handelen met artikel 27, eerste lid, van de controleverordening.
2.
De kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de controleverordening, wordt gedaan aan de minister. Indien een ondernemer deelneemt aan een groep of een producentenorganisatie wordt de kennisgeving aan het bestuur van de groep onderscheidenlijk aan het bestuur van de producentenorganisatie gedaan.
3.
De kennisgeving bevat ten minste de volgende gegevens:
- a.
naam van de ondernemer;
- b.
lettertekens en het nummer van het vissersvaartuig;
- c.
de gereglementeerde typen vistuig die zullen worden gebruikt; en
- d.
het gereglementeerd gebied waar zal worden gevist.
4.
Ingeval de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger voornemens is in de beheersperiode hetzelfde type vistuig of dezelfde typen vistuigen te gebruiken als het type vistuig dat of de typen vistuigen die voor het desbetreffende gereglementeerd geografisch gebied is of zijn vermeld in de in artikel 97, bedoelde vismachtiging die betrekking heeft op de daaraan voorafgaande beheersperiode, wordt de kennisgeving tot verkrijging van die vismachtiging aangemerkt als kennisgeving als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de controleverordening.
5.
De gegevens die worden vermeld in de voor de beheersperiode af te geven vismachtiging worden gebaseerd op de meest recente kennisgeving.
6.
Ter verkrijging van de toestemming, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de controleverordening, meldt de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger het voornemen tot het gebruik van meer dan één soort vistuig tijdens de visreis onmiddellijk voorafgaand aan de visreis aan de minister.
7.
In afwijking van het zesde lid wordt, ingeval de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger de in het zesde lid bedoelde gegevens onmiddellijk voorafgaand aan de visreis op grond van artikel 15 van de controleverordening elektronisch heeft verstrekt, het in artikel 38, eerste lid, van de uitvoeringsverordening controleverordening bedoelde retourbericht van de NVWA, aangemerkt als toestemming als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de controleverordening.