NJ 2014/336
Zich in het openbaar uitlaten cfm. art. 137c Sr.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:952, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg
- Zaaknummer
12/05369
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
N. Keijzer
- JCDI
JCDI:ADS127868:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2013
- Wetingang
Art. 137c Sr
Essentie
Onder ‘zich in het openbaar uitlaten’ cfm. art. 137c Sr moet worden verstaan het ter kennis van het publiek brengen, hetgeen afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Ten deze was daarvan sprake nu de onderhavige e-mailberichten door de verdachte zijn verspreid onder een groot aantal publieke personen, de berichten niet een min of meer vertrouwelijk karakter hebben en deze vanwege de hoedanigheid van de geadresseerden, geëigend zijn bekend te raken buiten de kring van personen tot wie de berichten rechtstreeks waren gericht.
Samenvatting
Onder ‘zich in het openbaar uitlaten’ als bedoeld in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.