V-N 2020/5.19
Bewijslastverdeling voor vermindering BPM niet in strijd met discriminatieverbod VWEU
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:63, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
18/03802
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS181762:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2020:63, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv een vermindering van BPM claimt, zodat zij de daartoe benodigde feiten moet stellen en bij betwisting aannemelijk moet maken. X bv moet bewijzen dat en in hoeverre beschadigingen een waardedaling ten opzichte van de koerslijstwaarde tot gevolg hebben.
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor een uit Duitsland afkomstige schade-auto met een km-stand van 56.419. Volgens X bv is de handelsinkoopwaarde € 509, zijnde de koerslijstwaarde van € 23.334 minus de herstelkosten van € 22.825 (incl. BTW). X bv voldoet aldus € 167 aan BPM. Na hertaxatie legt de inspecteur een naheffingsaanslag op. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.