Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 165 [Verplichting te getuigen. Verschoningsrecht]
Geldend
Geldend van 01-01-2002 tot 01-01-2025
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 291. Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Oorspronkelijk artikel vervallen. Voorheen art. 2.8.17.
- Bronpublicatie:
14-12-2001, Stb. 2001, 623 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 26855)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Een ieder, daartoe op wettige wijze opgeroepen, is verplicht getuigenis af te leggen.
2.
Van deze verplichting kunnen zich verschonen:
- a.
de echtgenoot en de vroegere echtgenoot dan wel de geregistreerde partner en de vroegere geregistreerde partner van een partij, de bloed- of aanverwanten van een partij of van de echtgenoot of van de geregistreerde partner van een partij, tot de tweede graad ingesloten, een en ander tenzij de partij in hoedanigheid optreedt;
- b.
zij die tot geheimhouding verplicht zijn uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking omtrent hetgeen hun in die hoedanigheid is toevertrouwd.
3.
De getuige kan zich verschonen van het beantwoorden van een hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf, of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in de tweede of derde graad, of zijn echtgenoot of vroegere echtgenoot onderscheidenlijk zijn geregistreerde partner of vroegere geregistreerde partner aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling ter zake van een misdrijf zou blootstellen.