FED 2023/71
Aan verbonden geldlening liggen in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag indien crediteur financiële spilfunctie verricht.
HR 03-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:330, m.nt. dr. G.F. Boulogne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Cools
- Zaaknummer
21/00299
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
dr. G.F. Boulogne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706840:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:330, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2021:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
- Wetingang
Art. 10a Wet VPB 1969
Essentie
Aan verbonden geldlening liggen in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag indien crediteur financiële spilfunctie verricht.
Samenvatting
Belanghebbende is onderdeel van een Zweeds concern. Van de treasury-afdeling in de Zweedse topholding verkrijgt zij leningen waarmee zij stortingen doet in een Italiaanse dochtervennootschap. Met deze gelden wordt een Italiaanse concernvennootschap van de beurs gehaald. Volgens het Hof heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat geen sprake is van onzakelijke omleiding. De Hoge Raad oordeelt dat van onzakelijke omleiding geen sprake is indien de verbonden crediteur een financiële spilfunctie vervult. Daarvan is sprake indien de verbonden crediteur beschikt over substance en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.