Einde inhoudsopgave
Beschikking 2002/358/EG betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen
Bijlage III Verklaring van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 24, lid 3, van het Protocol van Kyoto
Geldend
Geldend vanaf 02-05-2002
- Bronpublicatie:
25-04-2002, PbEG 2002, L 130 (uitgifte: 15-05-2002, regelingnummer: 2002/358/EG)
- Inwerkingtreding
02-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2002, PbEG 2002, L 130 (uitgifte: 15-05-2002, regelingnummer: 2002/358/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
De volgende staten zijn momenteel lid van de Europese Gemeenschap: het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
De Europese Gemeenschap verklaart dat zij overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name artikel 175, lid 1, bevoegd is internationale verdragen te sluiten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen voorzover die bijdragen tot het nastreven van de volgende doelstellingen:
- —
behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu;
- —
bescherming van de gezondheid van de mens;
- —
verstandig en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
- —
bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen.
De Europese Gemeenschap verklaart dat haar gekwantificeerde verplichting inzake emissiereductie uit hoofde van het protocol zal worden nagekomen door maatregelen van de Gemeenschap en haar lidstaten binnen hun respectieve bevoegdheden en dat zij reeds voor haar lidstaten bindende juridische instrumenten heeft vastgesteld met betrekking tot aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is.
De Europese Gemeenschap zal geregeld informatie verstrekken over toepasselijke juridische instrumenten van de Gemeenschap in het kader van de aanvullende informatie die is opgenomen in de mededeling die uit hoofde van artikel 12 van het Klimaatverdrag moet worden gedaan om aan te tonen dat de Gemeenschap haar verplichtingen uit hoofde van artikel 7, lid 2, van het protocol en de richtsnoeren daarbij is nagekomen.