BR 2022/43
Toetsingsintensiteit
ABRvS 02-02-2022, ECLI:NL:RVS:2022:285, m.nt. R.J.H. Bruggeman, J.E. Esser & R.G. Becker
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 februari 2022
- Magistraten
Mrs. B.J. van Ettekoven, C.H.M. van Altena, T.G.M. Simons, B.J. Schueler en J.C. Boeree
- Zaaknummer
202002668/1/A3
- Noot
R.J.H. Bruggeman, J.E. Esser & R.G. Becker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS650151:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:285, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Toetsingsintensiteit
Samenvatting
Het voorgaande betekent dat de Afdeling, als de beroepsgronden daartoe aanleiding geven, de (uitkomst van de) belangenafweging die ten grondslag ligt aan besluiten zal toetsen aan de norm die is neergelegd in art. 3:4 lid 2 Awb en niet langer het willekeurcriterium voorop zal stellen. De toetsing aan het evenredigheidsbeginsel is afhankelijk van een veelheid aan factoren en verschilt daarom van geval tot geval. Geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid spelen daarbij een rol, maar de toetsing daaraan zal niet in alle gevallen op dezelfde wijze (kunnen) plaatsvinden. Zo maakt het verschil of het gaat om een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.