Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.78
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De mededeling van het bedrag aan invoerrechten aan de schuldenaar geschiedt door het toezenden van een op een aanslagbiljet vermelde uitnodiging tot betaling. Het aanslagbiljet wordt voorzien van een dagtekening die geldt als dagtekening van de vaststelling van de uitnodiging tot betaling. De inspecteur stelt het aanslagbiljet ter invordering van het daaruit blijkende bedrag aan invoerrechten aan de ontvanger ter hand.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de door de inspecteur te nemen beschikking strekkende tot vaststelling van het bedrag van de:
- a.
teruggaaf als bedoeld in artikel 3.144;
- b.
verschuldigde kosten;
- c.
verschuldigde bestuurlijke boete.
3.
Op een aanslagbiljet mogen verschillende mededelingen van bedragen aan invoerrechten en bedragen als bedoeld in het tweede lid worden vermeld.
4.
Het model van het aanslagbiljet wordt bij regeling van Onze Minister van Financiën vastgesteld.
5.
Het bedrag van de douaneschuld en bestuurlijke boete wordt door de schuldenaar voldaan bij de ontvanger:
- a.
ingeval van mededeling op de aangifte of mededeling als bedoeld bij artikel 2.75, tweede lid: uiterlijk 10 dagen nadat de mededeling is gedaan;
- b.
ingeval van navordering: uiterlijk 10 dagen nadat de beschikking is uitgereikt bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs;
- c.
ingeval van uitstel van betaling verleend door de ontvanger: uiterlijk binnen de daarbij gestelde termijn;
- d.
ingeval een bestuurlijke boete bij afzonderlijke beschikking is opgelegd: uiterlijk 10 dagen nadat de beschikking is uitgereikt bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs.
6.
Indien de douaneschuld en bestuurlijke boete niet binnen de in het vijfde lid gestelde termijn is betaald, kunnen de verschuldigde invoerrechten, kosten en bestuurlijke boete op een door de schuldenaar gestelde zekerheid worden verhaald.
7.
Een douaneschuld, ontstaan ingevolge artikel 2.69, die niet binnen de termijn, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, is betaald, wordt bij beschikking nagevorderd.
8.
Het vijfde en zesde lid zijn niet van toepassing indien de douaneschuld minder dan USD 8 bedraagt.
9.
Indien een aanslagbiljet of een ander stuk dient te worden uitgereikt aan degene die geen vaste woon- of vestigingsplaats heeft op één van de BES eilanden, is ten behoeve van die uitreiking artikel 8.18 van de Belastingwet BES van overeenkomstige toepassing.