V-N Vandaag 2019/1764
Niet-voldoen aan hoorplicht leidt volgens A-G niet tot cassatie
HR (A-G) 04-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:598
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
4 juni 2019
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Essentie
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat X bv terecht aanvoert dat zij van te voren gehoord had moeten worden. Tot cassatie leidt dit evenwel niet, omdat niet vaststaat dat de besluitvorming over de utb’s een andere afloop zou hebben gehad wanneer X bv wél vooraf zou zijn gehoord.
Samenvatting
In opdracht van X bv worden aangiften gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van textielproducten, met als oorsprong Jamaica. In de aangiften wordt aanspraak gemaakt op toepassing van een preferentieel tarief van 0%, onder overlegging van EUR.1-certificaten. Naar aanleiding van een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.