NJB 2015/1685
Verjaring. Stuitingsbrief. HR: Het is onbegrijpelijk dat de in het geding gebrachte brief volgens het hof niet een voldoende duidelijke inhoud heeft om er stuitende werking aan toe te kennen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/02968
- Roepnaam
Int. Strategies Group/Royal Bank of Scotland
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2741, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2014
- Wetingang
(BW art. 3:317 lid 1)
Essentie
Verjaring. Stuitingsbrief. HR: Het is onbegrijpelijk dat de in het geding gebrachte brief volgens het hof niet een voldoende duidelijke inhoud heeft om er stuitende werking aan toe te kennen
Partij(en)
ISG, adv. mr. R.P.J.L. Tjittes, vs. RBS, adv. mr. R.J. van Galen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Bij brief van 8 augustus 2003 heeft de advocaat van ISG aan de advocaat van RBS bericht:
‘We have been retained by [ISG] to (…) assess additional actions which may be required to best serve the interests of our clients in accomplishing a full disclosure concerning the unusual circumstances surrounding funds ...