NJB 2020/1147:Faillissement. Twee bestuurders van een failliet verklaarde vennootschap verzoeken beëindiging van het faillissement, omdat de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten te voldoen. De rechtbank oordeelt in hoger beroep dat een van beide bestuurders niet-ontvankelijk is, omdat die zelf ook failliet is verklaard, en wijst het verzoek van de andere bestuurder af, zodat de curator activa te gelde kan maken ten behoeve van niet geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders. Hoge Raad: 1. Bevoegdheden failliet verklaarde bestuurder. De failliet verklaarde bestuurder van een failliet verklaarde vennootschap blijft bevoegd om in het faillissement van de vennootschap een verzoek te doen en hoger beroep in te stellen. 2. Taak curator. Indien de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers te voldoen, staat het de curator niet vrij de vereffening voort te zetten en activa te gelde te maken ten behoeve van niet geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders

NJB 2020/1147

Faillissement. Twee bestuurders van een failliet verklaarde vennootschap verzoeken beëindiging van het faillissement, omdat de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten te voldoen. De rechtbank oordeelt in hoger beroep dat een van beide bestuurders niet-ontvankelijk is, omdat die zelf ook failliet is verklaard, en wijst het verzoek van de andere bestuurder af, zodat de curator activa te gelde kan maken ten behoeve van niet geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders. Hoge Raad: 1. Bevoegdheden failliet verklaarde bestuurder. De failliet verklaarde bestuurder van een failliet verklaarde vennootschap blijft bevoegd om in het faillissement van de vennootschap een verzoek te doen en hoger beroep in te stellen. 2. Taak curator. Indien de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers te voldoen, staat het de curator niet vrij de vereffening voort te zetten en activa te gelde te maken ten behoeve van niet geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders

Documentgegevens:

HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:801

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 24 april 2020
Magistraten: Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
Zaaknummer: 19/02475
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:801, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2019
Wetingang: (art. 68 lid 1, art. 69, 179, 193 lid 1 Fw; art. 2:23 lid 1 BW)

Essentie

Faillissement. Twee bestuurders van een failliet verklaarde vennootschap verzoeken beëindiging van het faillissement, omdat de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten te voldoen. De rechtbank oordeelt in hoger beroep dat een van beide bestuurders niet-ontvankelijk is, omdat die zelf ook failliet is verklaard, en wijst het verzoek van de andere bestuurder af, zodat de curator activa te gelde kan maken ten behoeve van niet geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders. Hoge Raad: 1. Bevoegdheden failliet verklaarde bestuurder. De failliet verklaarde bestuurder van een failliet verklaarde vennootschap blijft bevoegd om in het faillissement van de vennootschap een verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.