Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/95/EU inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en voor de inhoud van de verleende bescherming
Artikel 14 Intrekking, beëindiging of weigering tot verlenging van de vluchtelingenstatus
Geldend
Geldend van 09-01-2012 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
13-12-2011, PbEU 2011, L 337 (uitgifte: 20-12-2011, regelingnummer: 2011/95/EU)
- Inwerkingtreding
09-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2011, PbEU 2011, L 337 (uitgifte: 20-12-2011, regelingnummer: 2011/95/EU)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
Met betrekking tot verzoeken om internationale bescherming die zijn ingediend na de inwerkingtreding van Richtlijn 2004/83/EG, trekken de lidstaten de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze in, beëindigen zij deze of weigeren zij deze te verlengen indien hij volgens de criteria van artikel 11 geen vluchteling meer is.
2.
Onverminderd de plicht van de vluchteling uit hoofde van artikel 4, lid 1, om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt, over te leggen, toont de lidstaat die de vluchtelingenstatus heeft verleend per geval aan dat de betrokken persoon geen vluchteling meer is of dat nooit geweest is, overeenkomstig lid 1.
3.
De lidstaten trekken de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in, beëindigen deze of weigeren deze te verlengen indien, nadat hem de vluchtelingenstatus is verleend, door de betrokken lidstaat wordt vastgesteld dat:
- a)
hij op grond van artikel 12 van de vluchtelingenstatus uitgesloten is of had moeten zijn;
- b)
hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden, of valse documenten heeft gebruikt, en dit doorslaggevend is geweest voor de verlening van de vluchtelingenstatus.
4.
De lidstaten kunnen de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie aan een vluchteling verleende status intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen wanneer:
- a)
er goede redenen bestaan om hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt;
- b)
hij een gevaar vormt voor de samenleving van die lidstaat, omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf.
5.
De lidstaten mogen onder de in lid 4 omschreven omstandigheden besluiten geen status te verlenen aan een vluchteling wanneer nog geen besluit in die zin is genomen.