Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/95/EU inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en voor de inhoud van de verleende bescherming
Artikel 11 Beëindiging
Geldend
Geldend van 09-01-2012 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
13-12-2011, PbEU 2011, L 337 (uitgifte: 20-12-2011, regelingnummer: 2011/95/EU)
- Inwerkingtreding
09-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2011, PbEU 2011, L 337 (uitgifte: 20-12-2011, regelingnummer: 2011/95/EU)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
Een onderdaan van een derde land of staatloze houdt op vluchteling te zijn wanneer hij:
- a)
vrijwillig opnieuw de bescherming inroept van het land van zijn nationaliteit; of
- b)
na verlies van zijn nationaliteit deze vrijwillig opnieuw heeft verworven; of
- c)
een nieuwe nationaliteit heeft verworven en de bescherming geniet van het land van zijn nieuwe nationaliteit; of
- d)
zich vrijwillig opnieuw gevestigd heeft in het land dat hij had verlaten of waarbuiten hij zich bevond uit vrees voor vervolging; of
- e)
omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling werd erkend, hebben opgehouden te bestaan, niet langer kan weigeren zich onder de bescherming te stellen van het land van zijn nationaliteit; of
- f)
indien hij staatloos is, kan terugkeren naar het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling is erkend, hebben opgehouden te bestaan.
2.
Bij de toepassing van de punten e) en f) van lid 1, gaan de lidstaten na of de verandering van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om de gegronde vrees van de vluchteling voor vervolging weg te nemen.
3.
De punten e) en f) van lid 1 zijn niet van toepassing op een vluchteling die dwingende redenen, voortvloeiende uit vroegere vervolging, kan aanvoeren om te weigeren de bescherming van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, of, in het geval van een staatloze, van het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, in te roepen.