Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/944
Oordeel dat sprake was van bedrieglijke bankbreuk onvoldoende gemotiveerd nu het hof de juistheid van de stellingen van de verdediging dat een groot aantal goederen was geleased of gekocht door een derde en derhalve niet aan de B.V. in eigendom toebehoorde, in het midden heeft gelaten.
HR 06-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2021
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 september 2016
- Magistraten
Mr. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/06186
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2021, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2016
Essentie
Oordeel dat sprake was van bedrieglijke bankbreuk onvoldoende gemotiveerd nu het hof de juistheid van de stellingen van de verdediging dat een groot aantal goederen was geleased of gekocht door een derde en derhalve niet aan de B.V. in eigendom toebehoorde, in het midden heeft gelaten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 19 november 2014, nummer 22/003468-13, in de strafzaak tegen: [verdachte] Adv.: mr. I.T.H.L. van de Bergh, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is bij arrest van 19 november 2014 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.