RVR 2019/35:Natrekking. Is de door natrekking eigenaar geworden partij ook verhuurder geworden op grond van art. 7:226 BW?

RVR 2019/35

Natrekking. Is de door natrekking eigenaar geworden partij ook verhuurder geworden op grond van art. 7:226 BW?

Documentgegevens:

Hof 's-Hertogenbosch 22-01-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:173

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Datum: 22 januari 2019
Magistraten: Mrs. H.A.W. Vermeulen, J.I.M.W. Bartelds, G.M. Menon
Zaaknummer: 200.215.264/01
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS52493:1
Vakgebied(en): Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
Brondocumenten: ECLI:NL:GHSHE:2019:173, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 22‑01‑2019
Wetingang: Art. 3:3, 5:20, 6:37, 6:159, 6:162, 6:212, 7:226 BW

Essentie

Huurovereenkomst. Natrekking. Ongerechtvaardigde verrijking. Onrechtmatige daad.

Is de door natrekking eigenaar geworden partij ook verhuurder geworden op grond van art. 7:226 BW?

Samenvatting

Appellante (een Vereniging) is eigenaar van een perceel waarop een lyceum is gelegen. Een Stichting is lid van de Vereniging en wenst op de sportvelden behorend bij het perceel een tijdelijk schoolgebouw te (laten) bouwen. De Vereniging en de Stichting sluiten daartoe een huurovereenkomst. De Stichting heeft een aannemer (systeembouw) opdracht gegeven het gebouw te bouwen. De Stichting en de aannemer sluiten een huurovereenkomst voor de huur van het schoolgebouw, dat volgens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.