Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 226 [Koop breekt geen huur]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
30-03-2022, Stb. 2022, 152 (uitgifte: 20-04-2022, kamerstukken: 35408)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2022, Stb. 2022, 196 (uitgifte: 27-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
1.
Overdracht van de zaak waarop de huurovereenkomst betrekking heeft en vestiging of overdracht van een zelfstandig recht van vruchtgebruik, erfpacht of opstal op de zaak waarop de huurovereenkomst betrekking heeft, door de verhuurder doen de rechten en verplichtingen van de verhuurder uit de huurovereenkomst, die daarna opeisbaar worden, overgaan op de verkrijger.
2.
Overdracht door een schuldeiser van de verhuurder wordt met overdracht door de verhuurder gelijkgesteld.
3.
De verkrijger wordt slechts gebonden door die bedingen van de huurovereenkomst, die onmiddellijk verband houden met het doen hebben van het gebruik van de zaak tegen een door de huurder te betalen tegenprestatie.
4.
Bij huur van een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan alsmede van een woonwagen in de zin van artikel 235, van een standplaats in de zin van artikel 236 en van een ligplaats in de zin van artikel 236a, kan niet van de voorgaande leden worden afgeweken.