Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide:Artikel VI [(Inter)nationale strafrechter]
Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide
Artikel VI [(Inter)nationale strafrechter]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 12-01-1951
- Bronpublicatie:
09-12-1948, Trb. 1960, 32 (uitgifte: 14-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-01-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1948, Trb. 1960, 32 (uitgifte: 14-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Zij, die worden beschuldigd van genocide of enig ander in artikel III genoemd feit, worden berecht door een daartoe bevoegde rechtbank van de Staat, binnen welks gebied het feit is gepleegd, of door een zodanige internationale strafrechter als daartoe bevoegd is ten aanzien van die Verdragsluitende Partijen, welke de rechtsmacht van deze rechter hebben aanvaard.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.