Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide:Artikel VIII [Preventie VN]
Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide
Artikel VIII [Preventie VN]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 12-01-1951
- Bronpublicatie:
09-12-1948, Trb. 1960, 32 (uitgifte: 14-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-01-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1948, Trb. 1960, 32 (uitgifte: 14-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Elke Verdragsluitende Partij kan een beroep doen op de bevoegde organen van de Verenigde Naties om krachtens het Handvest van de Verenigde Naties zodanige maatregelen te treffen, als zij passend achten ter voorkoming en onderdrukking van daden van genocide of van enig ander in artikel III genoemd feit.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.