Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/23.3.3.2
23.3.3.2 Zelfstandigheid
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377893:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 26 maart 1999, NJ 1999, 447(ABAM/Xavier).
Alleen indien een voorwaardelijk betalingsbevel zou volstaan (waarna een betekenisloze periode van twee dagen zou volgen) moet deze conclusie niet noodzakelijkerwijs worden getrokken uit hetgeen de Hoge Raad overweegt met betrekking tot het vereiste van een voorafgaande betalingsbevel. A-G Bakels schrijft in zijn conclusie dat 'het beslagexploit het totale beloop van de verschuldigde dwangsommen niet nauwkeurig behoeft te specificeren, hetgeen voor de hand ligt in het geval van dagelijks verder oplopende bedragen', zodat zijns inziens het executoriaal beslag wel op toekomstige dwangsomvorderingen kan zien indien het executoriaal beslag mede voor (een) bestaande dwangsomvordering(en) wordt gelegd.
Zie meer in het algemeen met betrekking tot de mogelijkheid van conservatoir beslag voor een toekomstige vordering HR 3 mei 1996, NJ 1996, 473(M./W.).
Of dit het geval is, zal afhangen van de omstandigheden van het geval.
Uit het arrest Abam/Xavier1 lijkt nog een andere conclusie te kunnen worden getrokken: het vereiste van een afzonderlijk betalingsbevel voorafgaand aan het executoriaal beslag lijkt als consequentie te hebben dat het executoriaal beslag van deze soort alleen gelegd kan worden in een geval waarin reeds dwangsommen zijn verbeurd.2 Deze gedachte is op zichzelf genomen in overeenstemming met de aard van het beslag, dat - anders dan het conservatoir beslag - niet als bewarende maatregel is bedoeld. Of voorafgaand aan verbeurte echter het leggen van conservatoir beslag, in plaats van het leggen van executoriaal beslag, soelaas zou bieden, is twijfelachtig.3 Met de aard van het conservatoir beslag is immers niet in overeenstemming dat de schuldeiser al over een executoriale titel beschikt; verschillende regels met betrekking tot het conservatoir beslag zullen om die reden geen toepassing kunnen vinden. Ten slotte kan de omstandigheid die ik noemde in par. 233.23.1, met betrekking tot beslag op een toekomstige vordering, hier evenzo roet in het eten gooien: de graad van waarschijnlijkheid dat het beslag te gelde zal worden gemaakt is ook in het hier besproken geval niet hoog.4