V-N 2017/26.7
Geen VAR voor verpleegkundige die onder meer haar echtgenoot verzorgt
HR 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:846, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 2017
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/02348
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24397:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Loonbelasting / Dienstbetrekking
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:846, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2016
- Wetingang
art. 3.156 Wet IB 2001; art. 2a en 2c Uitv.besl. LB 1965
Essentie
De Hoge Raad beslist dat de VAR die is afgegeven aan een verpleegkundige die haar echtgenoot verzorgt onterecht is. Er is niet sprake van een bron van inkomen.
Samenvatting
Belanghebbende, X, een verpleegkundige, verleent AWBZ-zorg in natura. X is ingeschreven bij de KvK. Daarbij heeft zij haar activiteiten geregistreerd als praktijk voor thuiszorg. X maakt voor deze werkzaamheden onder meer gebruik van bemiddelingsbureau A en een AWBZ-toegelaten zorginstelling C. X verleent eveneens zorg aan haar echtgenoot op basis van een zorgovereenkomst. De inspecteur heeft voor het jaar 2010 een VAR-wuo afgegeven. Voor de jaren daarna is steeds een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.