NJB 2023/1571
Uitreiking van gerechtelijke mededeling, art. 36e Sv: in deze bepaling is niet voorzien in een bepaling die de weigering van de verdachte om een gerechtelijk stuk in ontvangst te nemen gelijkstelt met de uitreiking van dat stuk in persoon, zoals wel het geval is in art. 385 lid 3 Sv. De omstandigheid dat de verdachte heeft geweigerd de dagvaarding in eerste aanleg in ontvangst te nemen, betekent aldus niet dat de dagvaarding aan de verdachte in persoon is uitgereikt.
HR 06-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:818
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/05007
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:818, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Uitreiking van gerechtelijke mededeling, art. 36e Sv: in deze bepaling is niet voorzien in een bepaling die de weigering van de verdachte om een gerechtelijk stuk in ontvangst te nemen gelijkstelt met de uitreiking van dat stuk in persoon, zoals wel het geval is in art. 385 lid 3 Sv. De omstandigheid dat de verdachte heeft geweigerd de dagvaarding in eerste aanleg in ontvangst te nemen, betekent aldus niet dat de dagvaarding aan de verdachte in persoon is uitgereikt.
Uitspraak
Inleiding
In deze zaak is de dagvaarding in eerste aanleg op 19 april 2021 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.