RvdW 2017/40
Zonder bevel voortzetten van het opnemen van telecommunicatie. Oordeel dat aan het vormverzuim het rechtsgevolg van bewijsuitsluiting moet worden verbonden, is niet toereikend gemotiveerd, reeds omdat van een op het geval toegesneden afweging van in aanmerking te nemen factoren geen blijk is gegeven.
HR 06-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2768
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/00626
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2768, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2016
Essentie
Zonder bevel voortzetten van het opnemen van telecommunicatie. Oordeel dat aan het vormverzuim het rechtsgevolg van bewijsuitsluiting moet worden verbonden, is niet toereikend gemotiveerd, reeds omdat van een op het geval toegesneden afweging van in aanmerking te nemen factoren geen blijk is gegeven.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 30 januari 2015, nummer 23/005520-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. W.H. Jebbink, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 30 januari 2015 door het Gerechtshof Amsterdam wegens 1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.