Ondernemingsrecht 2020/18
Beleggersschade. De plaats waar zuiver financiële schade bij een collectieve actie intreedt.
HR 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1400, m.nt. Mr. K. Rutten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 september 2019
- Zaaknummer
18/00524
- Noot
Mr. K. Rutten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS178134:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1400, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2019
ECLI:NL:HR:2019:925, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:115, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2018
- Wetingang
art. 3:305a BW; art. 11 Rv; art. 4 Brussel I-bis; art. 7 Brussel I-bis
Essentie
Beleggersschade. De plaats waar zuiver financiële schade bij een collectieve actie intreedt.
Partij(en)
VEB/BP
Uitspraak
1. Feiten
De oorsprong van deze zaak ligt bij de explosie op het olieplatform van BP, de Deepwater Horizon, op 20 april 2010, waardoor zich een olieramp in de Golf van Mexico heeft voltrokken. De VEB is op grond van art. 3:305a BW een procedure tegen BP gestart ten behoeve van alle (rechts)personen die in de periode van begin 2007 tot en met medio 2010 gewone aandelen BP hebben gekocht, aangehouden of verkocht via een beleggingsrekening in Nederland of via een Nederlandse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.