Einde inhoudsopgave
Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2023
- Bronpublicatie:
13-07-2023, Stcrt. 2023, 20349 (uitgifte: 24-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 26784474)
- Inwerkingtreding
01-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2023, Stcrt. 2023, 20349 (uitgifte: 24-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 26784474)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
De Minister stelt een voorschot binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar bij aan de hand van:
- a.
het aantal kWh of kg verminderde broeikasgas dat in het betreffende kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt;
- b.
de voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde correcties op grond van artikelen 14, vierde lid, 22, vierde lid, 31, vierde lid, 39, vierde lid, 47, vierde lid, 54, vierde lid, 55i, derde lid en 55p, derde lid van het besluit,
- c.
indien artikel 11, derde lid, onderdeel a, b of c, 28, derde lid, onderdeel a, b of c, of 44, derde lid, onderdeel a, b, of c, van het besluit van toepassing is, het aantal geproduceerde kWh die voor subsidie in aanmerking komt, het aantal gerealiseerde vollasturen van de productie-installatie of het gerealiseerde rendement van de productie-installatie en
- d.
indien artikel 55f, derde lid van het besluit van toepassing is, het aantal verminderde kg broeikasgas in Nederland, het gerealiseerde aantal vollasturen van de productie-installatie of het gerealiseerde rendement van de productie-installatie.
2.
De Minister verrekent een tekort aan verstrekte maandelijkse bedragen of een tekort op het jaarlijkse bedrag, als bedoeld in artikel 68, tweede lid, van het besluit, door het te weinig betaalde bedrag aan het voorschot binnen zes weken na de datum van bijstelling van het voorschot aan de subsidie-ontvanger te verstrekken.
3.
De minister verrekent een in een kalenderjaar teveel aan verstrekte maandelijkse bedragen of een teveel op het verstrekte jaarlijkse bedrag als bedoeld in artikel 68, tweede lid, van het besluit, door het bedrag van het teveel betaalde voorschot geheel of deels terug te vorderen van de subsidie-ontvanger in het daaropvolgende kalenderjaar of kalenderjaren voor zoveel als nodig is om het teveel betaalde voorschot volledig te verrekenen, of door het teveel betaalde voorschot aan de subsidie-ontvanger in mindering te brengen op het eerst volgende te verstrekken maandelijkse bedrag of op het eerst volgende te verstrekken jaarlijkse bedrag en vervolgens op zoveel maandelijkse of jaarlijkse bedragen als nodig is om het teveel betaalde voorschot volledig te verrekenen.
4.
De minister kan op verzoek van de subsidieontvanger een teveel aan verstrekte maandelijkse bedragen of een teveel op het verstrekte jaarlijkse bedrag als bedoeld in artikel 68, tweede lid, van het besluit, tot het teveel betaalde bedrag volledig is verrekend, verrekenen door het bedrag van het teveel betaalde voorschot aan de subsidieontvanger in delen in mindering te brengen op de volgende te verstrekken maandelijkse bedragen of op de volgende te verstrekken jaarlijkse bedragen. Indien geen maandelijkse of jaarlijkse bedragen meer verschuldigd zijn, wordt een teveel betaald voorschot teruggevorderd.
5.
Indien toepassing is gegeven aan artikel 12, vierde lid, van het besluit, waarbij de productie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de in de subsidiebeschikking opgenomen maximale productie die voor subsidie in aanmerking komt en de productie die in voorkomend geval bij toepassing van artikel 15, derde lid, van het besluit bij de maximale productie wordt opgeteld, overschrijdt, verdeelt de Minister bij de bijstelling van een voorschot als bedoeld in het eerste lid, de productie die voor subsidie in aanmerking komt evenredig aan de productie die is ingevoed en de productie die niet is ingevoed.